Kapper Mario

Mario, die niet ,'kapper' heet, maar 'hairstylist', heeft het druk. Zo druk dat hij even geen tijd heeft om zich te laten ondervragen op het afgesproken uur. Personeel is ziek, klanten gaan voor.. vind ik het erg om een half uurtje later terug te komen? Maar natuurlijk niet!

Kapper Mario in zijn winkel in Amsterdam Noord.

Kapper Mario in zijn winkel in Amsterdam Noord. By: Anika van de Water

All rights reserved

De baas moet duidelijk alles zelf doen, vandaag. De laatste klanten gaan de deur uit, Mario veegt de haren op de grond  op een hoopje en maakt dan hoffelijk thee voor de interviewer. Dan steekt hij spontaan van wal. Zijn verhaal gaat niet in de eerste plaats over de buurtwinkel, nee, het gaat over Mario’s herkomst. Half Italiaans, half Nederlands is hij en daarom toch een tikje anders dan de doorsnee Hollandse buurtwinkelier, ook al is hij in Landsmeer opgegroeid.

In de Tweede Wereldoorlog maakten de Amerikanen Mario’s vader, een Italiaan uit Gorgonzola (dichtbij Milaan), krijgsgevangen. Hij werd ondergebracht in Engeland en was pas in 1949 , vier jaar na het einde van de oorlog keerde hij weer  terug  naar Italie. Na een tijd liet Mario’s vader zich door een vriend uit zijn geboorteplaats overhalen om niet in Italie te blijven maar naar Nederland te gaan. Daar was werk bij de Amsterdamse Droogdok Maatschappij (ADM). Zo kwamen de twee terecht in een woning in de Koekoekstraat.

Er moest hard gewerkt worden, maar in het weekeinde togen de twee Italianen naar de binnenstad en dan vooral naar de Italiaanse ijssalon aan het Damrak, waar veel aantrekkelijke Amsterdamse meisjes kwamen. Op één van hen werd Mario’s vader verliefd en met haar keerde hij in 1951 terug naar Italie naar zijn geboorteplaats. Al snel raakte zijn moeder in verwachting maar wilde niet in Italië bevallen en zij keerde terug naar Nederland om daar in 1953 te bevallen van Mario. Hierna keerde zij met Mario weer terug naar Italië. Na twee jaar kwam er nog een broertje bij. Na 5 jaar hield zijn moeder het voor gezien, ze kon niet wennen, ze had heimwee en keerden met z’n allen weer terug naar Nederland en kwamen uiteindelijk in Landsmeer terecht. Het gezin werd daar nog uitgebreid met een zusje. 

Mario’s jeugd ligt toch vooral in Landsmeer. Na het behalen van zijn kappersdiploma, begon de toen 22-jarige Mario zijn carrière bij Van Doorn op de Adelaarsweg – om er niet meer weg te gaan en zelfs, in 1977, de zaak over te nemen. Hij was toen 24 jaar. Tien jaar later verhuisde hij naar een kleiner pand, een voormalige stomerij op de Sperwerlaan, die qua lokatie ideaal was. Midden tussen andere winkeliers , vol passerende klanten en daarmee een gelegenheid voor hem om zijn clientèle uit te breiden.

Veel van die aanvankelijke collega-winkeliers zijn inmiddels verdwenen. Mario ziet ze allemaal nog zo voor zich en hij heeft bovendien de foto’s van de trotse eigenaars staande voor hun bedrijf ook nog bij de hand. Bekende namen voor iedereen die destijds in Amsterdam-Noord woonde: banketbakkerij Lieuwma; Beumkes de schoenenwinkel, Pauw, de schoenmaker, die ook tassen verkocht met een gevel die speciaal was ontworpen door een beroemde architect wiens naam Mario helaas niet meer weet en natuurlijk de koffie- en theehandel van Keijzer. Al die foto’s staat Mario af voor de tentoonstelling in het Amsterdams Historisch Museum.

Historische foto’s inmiddels, want die oer-Hollandse middenstand heeft al lang plaats gemaakt voor Turkse of Marokkaanse groentewinkels met slagerij, of voor shoarma-zaken. Van andere panden zijn de ramen dichtgeplakt met papier:een troosteloze aanblik.

Mario is er de man niet naar om zich te laten meetrekken in een negatieve spiraal. Hij heeft altijd nieuwe uitdagingen gezocht. In het verleden, toen hij zich door de omvang van zijn bedrijf meer ondernemer- dan vakman voelde, besloot hij zich meer te richten op de theaterwereld. Daar komt dat ,,hairstylist’’ vandaan: shows voor Veronica, mannequins kappen voor modeshows onder andere. En hij heeft een kappersclub opgezet, waar gediplomeerde trainers vakgenoten creatief en gemotiveerd pogen te houden. In zijn eigen zaak heeft hij nog één kapper in dienst. 

Zijn Italiaanse bloed verloochent zich niet: zijn haarprodukten, van shampoo tot conditioner, komen voornamelijk uit Italie. En hij moet in al die jaren iets goed gedaan hebben:zijn klantenbestand bestaat nog steeds grotendeels uit diegenen die vroeger in de buurt woonden en die inmiddels naar buiten Amsterdam zijn verhuisd. Of het nu Purmerend, Almere, Lelystad of Dronten is, ze blijven komen – en plakken er dan een dagje ,,stad’’ aan vast. In die zin voelt Mario zich ook wel eens een sociaal werker: vele koppen thee of koffie spoelen door de kelen van diegenen die soms dagelijks bij hem hun hart komen luchten. Mag allemaal van hem.

Valt er dan niets te klagen? Niet echt, al is het jammer dat zijn hedendaagse collega-winkeliers niet de zin schijnen in te zien van het maken van een feest-etalage op bijzondere dagen. Kerstmis, Pasen, zelfs Moederdag gaan zo bijna zonder feestelijk vertoon voorbij – Mario is de enige die de boel dan nog een beetje optuigt. Desondanks, hij kan het prima vinden met de nieuwe aanwas en hij kijkt uit naar het 35-jarig bestaan van zijn zaak.

All rights reserved

1505 keer bekeken

No remarks

Add your reaction